Dick Bijl
De titel van het boek van Marloes Vis van Heemst kan je gemakkelijk op het verkeerde been zetten: zoek het maar uit, aan idealen hebben we nu even niets. Het tegendeel is echter het geval. Ze nam haar idealen mee de boom in en keek van daaruit naar de wereld en de toekomst.
Marloes is psycholoog en werkt en denkt na over complexe systemen en die woorden beschrijven goed wat zich heeft afgespeeld in de afgelopen twee jaren. Ze schrijft over de veranderingen die zich geleidelijk in de maatschappij en in personen aan het voltrekken zijn. Vragenderwijs stelt zij problemen aan de orde en gaat er vervolgens op in vanuit een positief mens- en wereldbeeld.
De veranderingen in de wereld stemmen niet vrolijk. Dit boek geeft daar een goede analyse van maar biedt ook hoop hoe je als individu richting kunt geven aan je leven.
Het gaat over alleen staan, anders zijn, het Systeem en dat steeds meer mensen zich niet in het Systeem kunnen vinden. Marloes benoemt dat er steeds meer Anderen zijn en dat zij een Netwerk vormen. Dat Netwerk is zoveel krachtiger dan het Systeem omdat het niet is gebaseerd op repressie en regels, maar werkt vanuit zelfsturing, samenwerking en de kracht die in ieder Ander aanwezig is.
Marloes maakt zich zorgen over het schoolsysteem. Kinderen worden getraind om zich later als volwassenen over te geven aan het gedachteloos volgen van protocollen en absurde regelgeving. Kritisch denken wordt zo niet geleerd, eerder afgeleerd.
Vaak is het op school zo dat de uitdaging niet schuilt in het vinden van het goede antwoord op een vraag, maar wat er met de vraag wordt bedoeld. Met andere woorden: welk antwoord verwacht men? En dat heeft veel overeenkomsten met wat we bij het gros van de volwassenen nu zien. Het klakkeloos volgen van procedures, zo duidelijk zichtbaar in de zorg en bij alle vormen van hulpverlening.
Het is een prettig leesbaar boek, ik las het in een adem uit. Marloes had het mij cadeau gegeven op de boekpresentatie van Pandemische chaos in de Lokhorstkerk in Leiden in oktober 2021.
Het boek is te bestellen via haar website: www.marloesvisvanheemst.nl
Dr. Erwin. J. O. Kampanje
Opgeschreven overpeinzingen in tijden van corona
In de Volkskrant van 16 juli 2021 schreef de Nijmeegse hoogleraar Nederlandse literatuur- en cultuurgeschiedenis Lotte Jensen een artikel over de vraag waarom de coronapandemie geen goed proza oplevert. Boekhandelaren geven aan dat boeken over corona, zoals Coronakronieken van Daan Heerman van Voss, het gewoon slecht doen.
In het artikel van Lotte Jensen zegt boekhandelaar Wouter Roelants dat: ‘Mensen geen trek (meer) hebben in coronaboeken’. Lezen over een negatief iets, zoals een langdurige pandemie, dat mensen zelf aan den lijve ervaren doen mensen niet graag. De spiegel waar je liever niet (meer) in kijkt. Fictieve dystopische verhalen over pandemieën scoren daarentegen veel beter, denk maar aan ‘La Peste’ (1947) van Albert Camus of ‘The Stand’ (1978) van Stephen King.
Ik herken en beaam dat. Ik heb ook weinig behoefte aan het lezen van ‘coronaboeken’. In de laatste anderhalf jaar heb ik, ondanks deze reserve, toch drie boeken gelezen die geschreven zijn tijdens de huidige coronapandemie en daar ook over gaan.
‘Coronawandelingen. Dagboek van een fotograaf’
Het eerste boek dat ik las was ‘Coronawandelingen. Dagboek van een fotograaf’ van de Belgische fotograaf Stephan Vanfleteren (uitgave De Bezige Bij, Amsterdam, 2020). Ik was een aantal keren naar tentoonstellingen van zijn prachtige fotowerk geweest, ik wist van zijn dyslexie en ik vond het daarom spannend om dan een geschreven boek zonder foto’s van hem te lezen.
Het is een beschrijving van, zoals hij zelf schrijft: ‘Zevenenzeventig avondwandelingen, één middagwandeling, twee keer gespijbeld en één nuit blanche. Duizenden foto’s. Geen enkele in dit boek. Wel woorden van een fotograaf, zinnen van een dyslecticus, verhalen van een kijker, overpeinzingen van een wandelaar, het dagboek van een mijmeraar.
Het aangename van het lezen van dit dagboek is dat je erdoor vergeet dat er een pandemie heerst. Soms wordt Stephan Vanfleteren geconfronteerd met de beperkingen, de lockdown, de ziekte, de coronadoden, maar hij noemt ze dan achteloos, bijna als een toevallige bijzaak, het gaat vooral om de beschrijving van de rust en de aandacht voor de stilte, het schone en het kleine tijdens zijn dagelijkse wandelingen. Het zijn de beschrijvingen van de ervaringen van een visueel mens opgedaan tijdens opgelegde rust. Hij schrijft (als visueel dominant fotograaf): ‘Als je het licht wilt zien, kijk dan naar de schaduw’. Een kleine zin om lang over na te denken.
Zonder de opgelegde haast van het normale leven beschrijft Vanfleteren de door hem ontdekte rust. Bijvoorbeeld, op 5 mei schrijft hij: ‘Het lichtspel dat zich voor mijn voeten afspeelt, is wonderlijk. Ik raak in de ban van het zonlicht dat door de dichte kruinen van beuken dringt. Vooral door de reflectie van de ramen, waarmee het licht de degens kruist op het asfalt. Het directe zonlicht wint het van de reflectie qua kracht, maar de vervormde visuele echo van spiegelglas is zo subtiel dat ik een hele reeks over het ‘gevecht; maak’. Dit soort observaties maakt dat het ondanks dat het geschreven is tijdens de eerste beklemmende lockdown een troostend dagboek is. Ik las het in een zaterdag uit en herlas daarna steeds weer delen ervan als troost en als vlucht uit de nare coronamaatschappij. De zinnen doen je wegdromen naar de schoonheid van de pure observatie en zetten mij weer aan tot eigen kleine observaties. Op 26 mei 2020 schrijft hij: ‘De avond brengt troost. Een zwempartij met mijn kinderen, een foto van reflecterend water, een overvliegende aalscholver, een doorzichtige kwal en verse mosselen die thuis op ons wachten‘. Het is een boek dat mij blij maakte.
‘Quarantaine. Dagboek in tijden van besmetting’
Het tweede boek dat ik las was ‘Quarantaine. Dagboek in tijden van besmetting’ van Ilja Leonard Pfeijffer (uitgave in de serie privédomein van uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam-Antwerpen 2020). Ik kocht het omdat ik sinds jaar en dag alle uitgaven in de serie privédomein koop, anders had ik het niet aangeschaft. Privédomein is een verzameling van dagboeken, brievenwisselingen en andere egodocumenten. Ik vind het de mooiste serie in de Nederlandse taal uitgegeven. Quarantaine. Dagboek in tijden van besmetting’ is nummer 313 in deze onvolprezen serie. Zijn boek Grand Hotel Europa (2018) had grote indruk op mij gemaakt, maar veel columns die aan de basis van dit boek liggen hadden dat helaas niet.
Ila Leonard Pfeiffer schreef voor de NRC en De Standaard tussen 11 maart en 26 juni columns gebaseerd op zijn ‘Viraal Dagboek’ die in het boek ‘Quarantaine. Dagboek in tijden van besmetting’ zijn gebundeld. Plaats van handeling is het door Pfeiffer apocalyptisch beleefde en geschetste Genua in Italië. Voor Pfeiffer is het een ongebruikelijk boek, het is, in tegenstelling tot het hoopgevende dagboek van Stephan Vanfleteren, een somber relaas van de periode van lockdown. En het is zoveel anders dan het humorvolle, ironische en venijnige Grand Hotel Europa. De eigen angst en de smetvrees die in en tussen de regels door te lezen zijn ogen weliswaar menselijk maar irriteren op een gegeven moment. Op 15 mei 2020 schrijft hij: ‘Je zat aan je gezicht,’ zei Stella. ‘Je hebt zelf net mijn handen ontsmet,’ zei ik. ‘Maar daarna heb je op je telefoon gekeken en daarmee hen je buiten een foto gemaakt nadat je wisselgeld had aangenomen. Ik moet ook overal op letten. Paranoïde en psychopathisch moeten we zijn in deze tijd’.
Dit boek voldoet naar mijn mening aan wat Lotte Jensen trachtte te beschrijven in haar artikel: op dit moment is het echt niet boeiend om te lezen, maar wellicht is het over dertig jaar een lezenswaardig relaas van quarantainebeleving in Italië tijdens de eerste lockdown.
Sommige, zeker niet alle, van de 200-woorden-columns in de NRC vond ik op het moment van verschijnen wel aangenaam om te lezen, maar als bundel heb ik het al snel weggelegd. Ik kon er niet zoveel mee. Het irriteerde mij, op zoek naar optimisme en hoop, eigenlijk wel. Misschien leest het over dertig jaar wel als ‘La Peste’ van Albert Camus, maar nu zeker niet. Ik pak veel liever het hoopgevende dagboek van Stephan Vanfleteren voor het lezen van een mooie observatie. Op 5 mei 2020 schrijft Ilja Pfeiffer in zijn dagboek somber over het sterven in eenzaamheid, op dezelfde dag schrijft Stephan Vanfleteren over de schoonheid van een pure observatie.
‘De boom in met je idealen’
Van een hele andere orde dan de dagboeken van Stephan Vanfleteren en Ilja Leonard Pfeiffer is ‘De boom in met je idealen’ (Elk uitgevers, 2021) van organisatiewetenschapper Marloes Vos van Heemst. Ik kreeg het essay ongevraagd door haar toegestuurd en ik heb het twee maal gelezen.
In negen hoofdstukken beschrijft zij dat zij tijdens eenzame wandelingen is gaan nadenken over de veranderende wereld. Zij zwierf door bossen en struinde over zandduinen. Op de achterbank van haar auto schreef zij vervolgens haar bevlogen essay (75 pagina’s in een klein formaat boekje). Af en toe klom zij (met haar idealen) in bomen om weer vrijheid te kunnen ervaren. Het is een hoopvol en intelligent geschreven boekje. Vorige week sprak ik met Marloes in het huis en de tuin van haar ouders. Het beschouwende essay is, zoals ik het lees, vooral een pleidooi voor bewustwording, verbinding en zelfsturing.
Zij probeert in haar essay onder andere twee groteske paradoxen te analyseren: 1. De maatregelen ter voorkoming van ziek worden, genereren angst. Maar angst ondermijnd onze natuurlijke weerstand tegen (infectie)ziekten en vergroot dus daarmee de kans op infectie. 2. De angst voor de dood verhindert ons het leven te leven.
Hoewel de analyse van deze paradoxen mij niet veel nieuws opleverde, vond ik het verrassend dat zij de theorie van positieve desintegratie van de Poolse psycholoog, filosoof en psychiater Kazimierz Dabrowski (1902-1980) bij haar overdenkingen had betrokken. Dat is bijzonder omdat nog maar weinig psychologen het werk van deze briljante denker kennen.
Kazimierz Dabrowski beschreef zijn theorie van positieve desintegratie in het 270 pagina’s dikke boek Personality Shaping Through Positive Disintegration (1967). Ik heb deze ondergewaardeerde klassieker in de kast staan en ik pakte het boek er voor de gelegenheid bij. Ik herinnerde mij het boek als een theorie van persoonlijke mentale ontwikkeling. Een beschrijving over mentale groei en een pleidooi voor de zienswijze dat sommige uitingen van psychoneurose geen psychiatrische stoornis betreffen maar een noodzakelijke stap in persoonlijke ontwikkeling. In een tijd waar in de DSM-V elke haperende zucht of iets te natte scheet als psychiatrisch wordt beschreven en gelabeld is dat een opmerkelijke en verfrissende zienswijze.
Volgens Dabrowski kan een persoonlijkheid (als tegenhanger van een individu) uit vijf ontwikkelingslagen ontstaan. Sommigen mensen doorleven alle vijf de lagen, anderen blijven levenslang in de eerste, tweede of derde laag hangen of hoppen van twee weer veilig terug naar een, anderen beginnen in de tweede laag. Eenmaal in de derde laag lijkt er geen weg meer terug. In onderstaande figuur wordt deze best wel ingewikkelde theorie nog helder weergegeven.
Volgens Dabrowski, en psychologen die zijn theorie gebruiken, verkeren de meeste mensen levenslang in de eerste twee lagen en worden, als zij in verwarring en innerlijke chaos ervaring, hulp zoeken, veelal door psychologen vanuit de tweede laag weer teruggebracht naar de eerste laag. Dabrowski stelt, denk ik terecht, dat de verschijnselen van verwarring die mensen in de tweede laag ervaren niet verward moeten worden met psychiatrische klachten, maar als een mogelijkheid tot persoonlijke groei. Hij schreef daar nog een apart boek over: Psychoneurosis is not an illness (1972).
Volgens Marloes Vis van Heemst is de door Dabrowski beschreven gelaagdheid in de huidige crisis alleen nog maar duidelijker geworden. Mensen zijn of trouw en volgzaam (eerste laag) of verward en willen meer sturing (tweede-derde laag). Zij lijken dan om steeds meer regels te vragen om, vanuit angst en onzekerheid, om de crisis te kunnen begrijpen en beheersen. Het coronabeleid van de overheid is op veel punten helaas onnavolgbaar en tegenstrijdig en de experts spreken elkaar en zichzelf veelal tegen. Ik kan mij goed voorstellen dat dit veel onrust genereert bij mensen in de tweede-derde laag. Dit zou volgens Marloes Vis van Heemst kunnen leiden tot collectieve desintegratie waarin angst, depressie, wanhoop en vertwijfeling domineren zonder positieve ontwikkelingsgroei naar een hogere laag. Een best wel somber toekomstbeeld. Dit is nu duidelijk zichtbaar geworden in delen van de samenleving. Maar, als de groep mensen die hun angsten onder ogen hebben gezien en zelfsturing hebben gevonden groot genoeg is (derde laag) om verbinding te maken met de angstige mensen in de lagere niveaus, dan zouden deze hen kunnen ondersteunen. Marloes ziet dit als hoopvol. Een pleidooi voor verbinding. Een interessante gedachte waarbij uitgegaan wordt dat een zeer groot deel van de samenleving in verwarring zou zijn. Daar heb ik mijn twijfels over. In ieder geval is dit nog niet cijfermatig te ondersteunen. Wellicht verkeert een groot deel van de samenleving wel in Dabrowski’s eerste laag en komen daar niet verder uit. Met deze groep is geen verbinding te maken, omdat zij dat überhaupt niet zoeken.
Volgens critici lijkt de theorie van Dabrowski juist te sturen op polarisatie en uitsluiting in plaats van op verbinding. Slechts enkelen behalen immers de hoogste laag van ontwikkeling. ‘De elite’? Toch is dat niet zijn intentie geweest en het is volgens mij ook niet zo. Juist de mensen die hun angsten en onzekerheden hebben kunnen plaatsen kunnen daardoor anderen helpen met hun verwarrende gevoelens van onmacht. Het is geen uitsluiting en polarisatie maar juist empathisch streven naar verbinding. En in het derde en vierde laag zijn compassie, empathie en respect juist dominant. Daar past geen polarisatie.
Toen ik dit las moest ik aan de film The Matrix (1999) denken. Ik keek hem van de week nog eens opnieuw. Er is, tot mijn verrassing, klaarblijkelijk gebruik gemaakt van de theorie van positieve desintegratie. Ik kan het niet anders zien. Neo werkt als Mr Thomas Anderson in het eerste niveau als volgzame ICTer, maar gaat als Hacker Neo in het tweede niveau in verwarring op zoek naar Morpheus. In het derde niveau , Trinity’s bitch, verwijderd hij de robots uit zijn navel en zoekt naar zelfsturing. Hier neemt hij de rode pil als point of no return. Als Real World Neo komt hij in zijn vierde niveau om uiteindelijk als The Chosen One te eindigen in het vijfde niveau.
Vervolgens benoemt en omschrijft Marloes Vis van Heemst, zoals zij het noemt, Het Systeem en Het Netwerk. Het Systeem bepaalt hoe je je moet gedragen. De gevestigde orde en de volgzamen in dit Systeem. Het veilig volgen van de opgelegde regels, protocollen, procedures en manieren waarop men zich behoort te gedragen, zoals in Dabrowski’s eerste laag. Deze systemen zijn groot (de samenleving, het onderwijssysteem, de gezondheidszorg) of klein (gezinnen en vriendengroepen) en overal te vinden. Afwijken van het aanvaarde systeem geeft onrust en men zal ervoor zorgen dat degene die afwijkt weer in het gareel komt. Dit geeft conflicten. Vriendengroepen die na vele jaren uit elkaar vallen. Buren die elkaar niet meer willen spreken. Collega’s op het werk waar men ineens niet meer mee wil werken. Maar dan zijn er, zoals Marloes Vis van Heemst ze noemt, de Anderen. Mensen die niet in Het Systeem passen, en zich ontheemd voelen. Mensen uit het tweede en het derde laag van Dabrowski. Volgens haar kunnen deze mensen zich als Het Systeem maar dwingend en groot wordt toenemend eenzaam, alleen en onbegrepen gaan voelen. Maar in een crisis worden De Anderen juist zichtbaarder door Het Systeem. De Anderen kenmerken zich door zelfsturing en dat is hun kracht. Als De Anderen bij elkaar komen vormen zij Het Netwerk. Zelfsturende mensen die samenwerken en de hun kracht vinden in de manifestatie. Het gaat haar dan om verbinding en samenwerken. Juist dit aspect sprak mij aan. In een tijd van toenemende polarisatie blijken mensen juist steeds meer en meer tegenover elkaar te komen staan. Vaccinatie is daarbij een breekijzer. Gevaccineerde mensen die tegenover mensen die niet gevaccineerd zijn staan, maar ook andersom. Elkaar uitsluiten, elkaar uitschelden. Geen verbinding willen, niet het verhaal van de een of de ander willen horen.
In het laatste hoofdstuk gaat Marloes Vis van Heemst in op het onderwijssysteem, gericht op regels en rijtjes leren en veel minder op het ontwikkelen van zelfsturing zoals Dabrowski heeft beschreven. Ook Dabrowski was zeer kritisch op het onderwijssysteem. Het systeem van automatiseren, voldoen aan de gestelde eisen en stickers verzamelen. Een sticker als je een taak hebt vervuld. Het streven naar de meeste stickers. Want dan doe je mee en ben je deugdzaam en volgzaam. Ik heb op zolder nog een doos staan met schoolschriftjes van de lagere school. Ik heb wel stickers en plakplaatjes gekregen maar ik had er nooit zoveel als andere kinderen. Hoe dat komt mag u zelf invullen.
‘De boom in met je idealen’ is een beschrijving van een ideale wereld. Vandaar ook de titel. Wellicht is hetgeen zij wil toch wel wat naïef en te idealistisch. Dubrowski zegt zelf al dat maar weinigen laag 4 en 5 zullen behalen. Wellicht is het grootste deel van de samenleving wel gewoon volgzaam en wil verder met rust gelaten worden. Maar op individueel is verbinding zeker bereikbaar en wellicht zijn hierdoor De Anderen op kleine of misschien grotere schaal wel tot elkaar te brengen, maar, vraag ik mij af, ontstaat er dan juist niet weer een systeem? Tijdens een crisis worden elementaire zaken in ieder geval helder. Samenwerken vanuit diversiteit spreekt mij zeer aan. Zelfsturende Anderen kunnen via platte netwerkstructuren gaan samenwerken. Inderdaad vanuit diversiteit waarbij iedereen zijn zelfsturing behoud.
Ik vroeg haar hoe zij dit zag: ‘Dabrowski doortrekkend pleit ik juist voor een enorme kans op groei. Immers hij spreekt van positieve desintegratie. Wanneer de gehele samenleving zich, bij instorten van het kaartenhuis van regels en illusies, in de chaos van positieve desintegratie bevindt is dit een kans voor collectieve groei. Uit fase 3 naar fase 4 waar we opnieuw kunnen gaan bouwen. Nu vanuit waarden in plaats van extern opgelegde regels.
Het hoofdstuk begint met de vraag of dit collectieve ontwikkelingsproces niet te lang duurt. Het eindigt met de overweging dat het misschien wel zo lang moet duren zodat er voldoende mensen voorop lopen. Hun ontwikkeling tot in fase 4 al doorgemaakt hebben. Zodat met de chaos op komst niet iedereen tegelijk in een staat van desintegratie schiet. Inderdaad zodat er een groep voorloopt en de mensen in lagere ontwikkelingsfasen kunnen helpen’.
Een mooi ideaal. Als het lezen van haar boekje mensen hiertoe bewust kan maken is dat in een tijd van Corona winst en maakt het dat mensen die nu in het verwarrende tweede laag van Dabrowski zitten het zeker zouden moeten lezen. Als hoop en als troost. De hoop is immers het verbod dat ons verbiedt te denken dat we verloren zijn.
Wat heb ik geleerd van de drie door mij gelezen coronaboeken?
Ik ben een minnaar van de mooie observatie en vond daarmee in het dagboek van Stephan Vanfleteren een gelijke. Een heerlijk rust- en hoopgevend document. Juist omdat hij als dyslecticus en fotograaf zo beeldend schrijft over voor velen het ogenschijnlijk onbeduidende. Hetgeen waar we haast voorbij lopen en niet zien.
Het boek van Ilja Leonard Pfeiffer leerde mij in deze tijd weinig. Het is een somber tijdsdocument, wellicht goed om over twintig jaar nog eens te lezen. Om deze tijd te herinneren of juist af te sluiten en te vergeten.
Het essay van Marloes Vis van Heemst was voor mij een welkome verrassing. Het vormde eerst in woord en daarna fysiek een ontmoeting met een bijzondere Andere. Het is hoopvol, intelligent en af en toe toch wel wat naïef geschreven. Zeker is het idealistisch. Maar de moeite van het lezen waard. Ik ben door de lezing van haar boek, het briljante boek van Kazimierz Dabrowski weer van kaft tot kaft gaan lezen met de huidige tijdsgeest in gedachten. Op zoek naar antwoorden waarom de angst, de depressie, de vertwijfeling, de volgzaamheid maar ook de rebellie in onze samenlevingen in anderhalf jaar tijd zo groot heeft kunnen worden. Och, wat graag had ik graag met Dabrowski over deze tijd willen praten en filosoferen.
Mijn recept: Ben je in de war door de huidige tijdgeest, lees dan eerst het essay van Marloes Vis van Heemst en aansluitend Coronawandelingen. Dagboek van een fotograaf’ van Stephan Vanfleteren. Maak vervolgens een heilzame avondwandeling, observeer nauwkeurig wat op je pad komt en overdenk wat je in beide boeken hebt gelezen.
En kijk, met Dabrowski in gedachten, wellicht nog eens naar The Matrix.
Het leert ons wellicht meer over de huidige tijd dan wij denken.
Bronnen
Foto’s: copyright Stephan Vanfleteren (met zijn schriftelijke toestemming in deze blog weergegeven).
Coronawandelingen. Dagboek van een fotograaf’ van de Belgische fotograaf Stephan Vanfleteren is een uitgave van De Bezige Bij, Amsterdam, 2020 en online te bestellen en te koop/te bestellen in de betere boekwinkels. Euro 19,99.
‘Quarantaine. Dagboek in tijden van besmetting’ van Ilja Leonard Pfeiffer is verschenen in de serie privédomein van uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam-Antwerpen 2020, en is online te bestellen en te koop/te bestellen in de betere boekwinkels. Euro 22,50.
‘De boom in met je idealen’ van Marloes Vis van Hemert is online te bestellen via haar eigen website https://www.marloesvisvanheemst.nl/boek of via de uitgever: https://www.elkuitgevers.nl/bookshop Euro 12,50.